De tentoonstelling in de projectzaal is gewijd aan de schilderijen van Linda Arts (Nijmegen, 1971), van wie ruim een jaar geleden al een grote, als 'mupi-affiche' ontworpen zeefdruk in De Pont was te zien als onderdeel van het project Toonbeelden.
Sinds Linda Arts in 1995 haar opleiding afrondde aan de Tilburgse Academie voor Beeldende Vorming, draait het in haar werk om licht en ruimte. In de afgelopen jaren heeft zij behalve schilderijen en grafiek ook een aantal lichtinstallaties gemaakt, maar de schilderkunst beschouwt zij nog steeds als haar basis en vertrekpunt.
Het is opmerkelijk hoe nauw Linda Arts haar artistieke speelruimte heeft afgebakend. In haar schilderijen uit de afgelopen drie jaar maakt zij gebruik van steeds dezelfde middelen om de wisselwerking tussen licht en ruimte gestalte te geven. Haar beeldtaal bestaat uit structuren van horizontale of verticale banen die soms identiek zijn, soms in breedte variëren. Even sober is haar kleurgebruik. Meestal zijn de werken geschilderd in zwart, wit en het brede scala aan grijzen daartussen. Slechts af en toe is één enkele kleur toegepast; rood, groen of blauw. De schilderijen bewijzen hoeveel visuele rijkdom er schuilt in een dergelijk 'beperkt' arsenaal. In de werken nr 159 en nr 160 is het vlak geleed in smalle horizontale banen die zich via vele gradaties ontwikkelen van wit naar zwart. Ondanks eenzelfde, liggend formaat en een bijna identieke opbouw roept het ene werk de associatie op met licht, terwijl bij het andere juist het diepe zwart in het oog springt.Door de toepassing van lichtschakeringen verdichten de in breedte variërende verticale banen zich in een klein, vierkant schilderij tot cilinders, in een ander werk lijken de horizontale banen juist naar achteren te springen, als nisjes in een wand.
Soms gebruikt Linda Arts nog een tweede lijnenpatroon dat dwars over de licht-donker schakeringen heen ligt. De sterke glans van de transparante lak contrasteert met het veel mattere oppervlak van de met olieverf geschilderde banenstructuur eronder. Zonder tot een raster te versmelten bieden deze, vaak kleurige lijnen een ritmisch tegenspel. "De kern van mijn manier van werken ligt in het verbinden van uitersten" zegt Linda Arts over haar werk. Die uitersten zijn te karakteriseren als horizontaal en vertikaal, licht en donker, ruimtelijk en vlak, glanzend en mat, maar ze liggen ook besloten in haar manier van werken. De schilderijen zijn niet alleen het resultaat van een systematische aanpak, waarbij de structuur van te voren wordt bepaald, maar ook van intuïtie en verwondering over wat zich tijdens het schilderen aandient. Evenzo ontlenen de werken hun zeggingskracht niet alleen aan de zorgvuldigheid waarmee ze zijn uitgevoerd, maar ook aan de kleine onregelmatigheden van een persoonlijk handschrift.
Door hun subtiliteit laten de schilderijen van Linda Arts zich niet in een afbeelding vangen. 'Der liebe Gott steckt im Detail' zei Aby Warburg, een van de grondleggers van de kunstgeschiedenis, bijna een eeuw geleden al. Die constatering is niet allen van toepassing op de afzonderlijke werken, maar ook op de tentoonstelling als geheel; die laat zien hoeveel 'weinig' kan inhouden. Hanneke de Man